More exclusive Dutch lessons: https://www.patreon.com/woutercorduwener Transcriptions of this lesson: Lesson 7: Public transport vocabulary lesson Dutch A2 – lesson 7 the flying ticket = het vliegticket The concert ticket = het concertkaartje The train ticket = het treinkaartje To book = boeken To reserve = reserveren The information desk = de informatiebalie/het informatieloket The service desk = de servicebalie/het serviceloket To change = veranderen/aanpassen To exchange money = geld wisselen The machine = de automaat To order = bestellen To cancel = annuleren The date = de datum The platform = het perron The delay = de vertraging The gate = de poort The departure = het vertrek The arrival = de aankomst To check in = inchecken To check out = uitchecken To check = controleren The public transport = het openbaar vervoer Public transport card = ov chipkaart To recommend = aanraden Example phrases 1 How can I book a flying ticket? Hoe kan ik een vliegticket boeken? 2 Where can I exchange money? Waar kan ik geld wisselen? 3 I want to change the date of my flying ticket. Is that possible? Ik wil de datum van mijn vliegticket veranderen. Is dat mogelijk? 4 My train leaves from platform 4. Could you explain me where this platform is? Mijn trein vertrekt vanaf perron vier. Kunt mu me uitleggen waar dit perron is? 5 I forgot to check out with my public transport card. Is this a problem? Ik vergat uit te checken met mijn ov chipkaart. Is dit een probleem? 6 Yes. I rocommend you to go to the information desk to explain you situation. Ja, Ik raad u aan om naar de informatiebalie te gaan om uw situatie uit te leggen.